5.4.3 Analoge tool-ingangen
De analoge tool-ingangen zijn niet-differentieel en kunnen worden ingesteld op
spanning en stroom op het tabblad I/O, zie deel II. De elektrische specificaties wor-
den hieronder weergegeven.
Twee voorbeelden hoe analoge ingangen te gebruiken worden in de volgende pa-
ragrafen getoond.
5.4.3.1 Het gereedschap Analoge ingangen gebruiken, niet-differentieel
Het onderstaande voorbeeld laat zien hoe een analoge sensor te verbinden met een
niet-differenti¨ e le uitgang. De sensor kan een stroom- of spanningsuitgang hebben,
zolang de ingangsmodus van die analoge ingang dezelfde instelling heeft op de
I/O-tab. Controleer of een sensor met spanningsuitgang de interne weerstand van
het gereedschap kan aandrijven, omdat anders de meting ongeldig kan zijn.
5.4.3.2 Het gereedschap Analoge ingangen gebruiken, differentieel
Het onderstaande voorbeeld laat zien hoe een analoge sensor te verbinden met
een differenti¨ e le uitgang. Sluit het negatieve uitgangsdeel aan op GND (0V) en de
werking is dezelfde als bij een niet-differenti¨ e le sensor.
UR3/CB3
Parameter
Ingangsspanning in spanningsmodus
Ingangsweerstand bij bereik 0V - 10V
Ingangsspanning in stroommodus
Ingangsstroom in stroommodus
Ingangsweerstand bij bereik 4mA - 20mA
VOORZORGSMAATREGEL:
1. Analoge ingangen zijn niet beschermd tegen overspanning in
de stroommodus. Overschatten van de limiet in de elektri-
sche specificatie kan permanente schade aan de ingang ver-
oorzaken.
Min.
-0,5
-
-0,5
-2,5
-
POWER
AI8
GND
POWER
AI8
GND
I-44
5.4 I/O's gereedschap
Type
Max.
Eenheid
-
26
V
15
-
k
-
5,0
V
-
25
mA
200
-
Versie 3.4.1