13.14 Installatie
Standaardprogramma
in de 13.11zijn geconfigureerd.
Lineaire transportbanden
Wanneer een lineaire transportband is geselecteerd, moet een lijnfunctie worden
geconfigureerd om de richting van de transportband te bepalen. De lijnfunctie
moet parallel lopen met de richting van de transportband en er moet een grote
afstand bestaan tussen beide punten die de lijnfunctie defini¨ e ren. Het wordt aan-
bevolen de lijnfunctie te configureren door het gereedschap stevig tegen de zijkant
van de transportband te plaatsen tijdens het inleren van de twee punten.
Het veld Ticks per meter wordt gebruikt voor het aantal ticks dat de encoder
genereert wanneer de transportband ´ e ´ e n meter beweegt.
Circulaire transportbanden
Tijdens tracering van een circulaire transportband moet het middelpunt van de
transportband (cirkel) worden bepaald. De waarde van Ticks per omwenteling
moet het aantal ticks zijn wanneer de encoder een volledige omwenteling maakt.
13.14 Installatie
Dit scherm bevat instellingen voor het automatisch laden en starten van een stan-
daardprogramma, en voor het automatisch initialiseren van de robotarm bij opstar-
ten.
Versie 3.4.1
ticks per omwenteling van encoder
Ticks per meter
Standaardprogramma
II-63
2
straal van encoderschijf[m]
(13.1)
CB3