Signaaladres instellen
Dit veld bevat het adres op de externe MODBUS-server. Gebruik het toetsenblok
op het scherm om een ander adres te kiezen. Geldige adressen verschillen per
fabrikant en configuratie van de externe MODBUS-eenheid.
Signaaltype instellen
De gebruiker kan met het toetsenblok op het scherm het signaal een naam geven.
Deze naam wordt gebruikt als het signaal gebruikt wordt in programma's.
Signaalwaarde
Signaalwaarde Hier wordt de huidige waarde van het signaal weergegeven. Voor
registersignalen wordt de waarde uitgedrukt als een positief geheel getal. Voor
uitgangssignalen kan de gewenste signaalwaarde worden ingesteld met de knop.
Voor een registeruitgang moet de waarde voor de eenheid wederom een positief
geheel getal zijn.
Connectiviteitsstatus signaal
Dit pictogram geeft aan of het signaal juist kan worden gelezen/geschreven (groen)
of dat de eenheid onverwachts reageert of niet bereikbaar is (grijs). Als een MODBUS-
uitzonderingsrespons ontvangen wordt, wordt de responscode weergegeven. De
MODBUS-TCP-uitzonderingsresponses zijn:
CB3
signaalwaarde in het veld "signaalwaarde instellen" , wordt de functiecode
0x06 (Enkel register schrijven) gebruikt voor het instellen van de waarde op
de externe MODBUS-eenheid.
• E1 ILLEGALE FUNCTIE (0x01): De ontvangen functiecode in de query is geen
toegestane actie voor de server (of slave).
• E2 ILLEGAAL GEGEVENSADRES (0x02): De ontvangen functiecode in de
query is geen toegestane actie voor de server (of slave), controleer of het inge-
voerde signaaladres overeenkomt met de installatie van de externe MODBUS-
server.
• E3 ILLEGALE GEGEVENSWAARDE (0x03): Een waarde in het query-gegevensveld
is geen toegestane waarde voor de server (of slave), controleer of de inge-
voerde signaalwaarde geldig is voor het specifieke adres op de externe MODBUS-
server.
• E4 FOUT SLAVE-APPARAAT (0x04): Er is een onherstelbare fout opgetreden
terwijl de server (of slave) de verzochte actie probeerde uit te voeren.
• E5 ERKENNEN (0x05): Speciaal gebruik in combinatie met programmacom-
mando's verzonden naar de externe MODBUS-eenheid.
• E6 SLAVE-APPARAAT IN GEBRUIK (0x06): Speciaal gebruik in combinatie
met programmacommando's die verzonden zijn aan de externe MODBUS-
eenheid, de slave (server) kan nu niet reageren.
13.11 Installatie
I/O-instellingen MODBUS-client
II-54
Versie 3.4.1