13.12 Installatie
Elementen
Geavanceerde opties weergeven
Dit vakje toont/verbergt de geavanceerde opties van elk signaal.
Geavanceerde opties
13.12 Installatie
Het is een veel voorkomend scenario dat subdelen van een robotprogramma be-
staan uit bewegingen die uitgevoerd moeten worden ten opzichte van specifieke
objecten anders dan de basis van de robotarm. Deze objecten kunnen tafels, an-
dere machines, werkstukken, transportbanden, pallets, camerasystemen, blanco's
of grenslijnen zijn, die zich gewoonlijk in de omgeving van de robotarm bevinden.
Het Element als een concept, is in wezen een weergave van zo'n object dat is gedefi-
nieerd met een naam voor toekomstige verwijzing en een zesdimensionale positie
(positie en ori¨ e ntatie) ten opzichte van de robotbasis.
Er bestaan altijd twee vooraf bepaalde elementen voor de robot, beide met een
positie die gedefinieerd is door de configuratie van de robotarm zelf:
Versie 3.4.1
• Update-frequentie: met dit menu kunt u de update-frequentie van het signaal
wijzigen. Dit is de frequentie waarmee verzoeken naar de MODBUS-eenheid
worden verzonden om de signaalwaarde te lezen of te schrijven.
• Slave-adres: dit tekstveld kan worden gebruikt om een specifiek slave-adres
in te stellen voor de verzoeken die bij een specifiek signaal horen. De waarde
moet liggen in het bereik 0-255, en de standaard is 255. Als u deze waarde
wijzigt, is het aan te raden de handleiding van het externe MODBUS-apparaat
te raadplegen om de functionaliteit als slave-adres te controleren.
Elementen
II-55
CB3