Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Installatie Veiligheid; Veiligheid; Installatie Variabelen - Universal Robots UR3 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor UR3:
Inhoudsopgave

Advertenties

13.9 Installatie

Veiligheid

Uitgangsacties en regeling van de I/O-tab Het standaardgedrag van uitgangen
is dat waarden bewaarden worden nadat een programma stopt. Het is ook mogelijk
een uitgang met een standaardwaarde te configureren die wordt toegepast wanneer
een programma niet wordt uitgevoerd.
De acht digitale standaarduitgangen en de twee digitale gereedschapsuitgangen
kunnen verder geconfigureerd worden om te laten zien of een programma op dit
moment wordt uitgevoerd, zodat de uitgang hoog is wanneer een programma
wordt uitgevoerd en in andere gevallen laag is. Uitgangsregisters voor algemene
doelen van het type boolean en digitale MODBUS uitgangssignalen ondersteunen
dit ook.
U kunt ook opgeven of een uitgang op de I/O-tab kan worden geregeld (door pro-
grammeurs of operators en programmeurs) of dat uitsluitend robotprogramma's
de uitgangswaarde kunnen wijzigen.
13.9 Installatie
Zie hoofdstuk 10 .
13.10 Installatie
Variabelen die hier gecre¨ e erd worden, worden installatievariabelen genoemd en
kunnen gebruikt worden net als normale programmavariabelen. Installatievariabe-
len zijn speciaal omdat ze hun waarde behouden, zelfs als een programma gestopt
en dan weer gestart wordt, en wanneer de robotarm en/of regelkast uitgeschakeld
en dan weer ingeschakeld wordt. Hun namen en waarden worden opgeslagen tij-
dens de installatie, dus het is mogelijk dezelfde variabele te gebruiken in meerdere
programma's.
Versie 3.4.1
Veiligheid
Variabelen
II-51
CB3

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Cb3Ur5

Inhoudsopgave