Download Print deze pagina

HEIDENHAIN TNC7 Gebruikershandboek pagina 331

Verberg thumbnails Zie ook voor TNC7:

Advertenties

Baanfuncties | Basisprincipes van de baanfuncties
12.2
Basisprincipes van de baanfuncties
Toepassing
Wanneer u een NC-programma maakt, kunt u de afzonderlijke elementen van
de contour met de baanfuncties programmeren. U legt de eindpunten van de
contourelementen vast met coördinaten.
De besturing bepaalt de verplaatsing met behulp van de coördinaatgegevens, de
gereedschapsgegevens en de radiuscorrectie. De besturing plaatst tegelijkertijd alle
machine-assen die u in de NC-regel van een baanfunctie programmeert.
Functiebeschrijving
Invoegen van een baanfunctie
Met de grijze baanfunctietoetsen wordt de dialoog geopend. De besturing voegt de
NC-regel in het NC-programma in en vraagt na elkaar om alle informatie.
Afhankelijk van de constructie van de machine verplaatst het
gereedschap of de machinetafel zich. Bij het programmeren van een
baanfunctie gaat u er vanuit dat het gereedschap beweegt.
Beweging in een as
Wanneer de NC-regel één coördinaatgegeven bevat, verplaatst de besturing het
gereedschap parallel aan de geprogrammeerde machine-as.
Voorbeeld
L X+100
Het gereedschap onthoudt de Y- en Z-coördinaten en verplaatst zich naar de positie
X+100.
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022
12
331

Advertenties

loading