Baanfuncties | Baanfuncties met cartesiaanse coördinaten
Functiebeschrijving
Een cirkelmiddelpunt kan door invoer van coördinaten met max. twee assen worden
gedefinieerd. Wanneer geen coördinaten worden ingevoerd, neemt de besturing
de laatst gedefinieerde positie over. Het cirkelmiddelpunt blijft net zo lang actief
totdat een nieuw cirkelmiddelpunt wordt gedefinieerd. De besturing benadert het
cirkelmiddelpunt niet.
U hebt een cirkelmiddelpunt vóór het programmeren van een cirkelbaan Cnodig.
De besturing gebruikt de functie CC gelijktijdig als pool voor
poolcoördinaten.
Verdere informatie: "Poolcoördinatenoorsprong pool CC", Pagina 351
Invoer
11 CC X+0 Y+0
U navigeert als volgt naar deze functie:
NC-functie invoegen
De NC-functie bevat de volgende syntaxiselementen:
Syntaxiselement
CC
X, Y, Z, U, V, W
Voorbeeld
5 CC X+25 Y+25
of
10 L X+25 Y+25
11 CC
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022
; Cirkelmiddelpunt
Alle functies
Baanfuncties
Betekenis
Syntaxisopener voor een cirkelmiddelpunt
Coördinaten van het cirkelmiddelpunt als vast of variabel
nummer
Invoer absoluut of incrementeel
Syntaxiselement optioneel
CC
12
339