12
Functiebeschrijving
U programmeert de afronding tussen twee baanfuncties. De cirkelbaan sluit
tangentieel aan op het vorige en volgende contourelement. De besturing benadert
het snijpunt niet.
Als in de RND-regel een aanzet wordt geprogrammeerd, is de aanzet alleen actief
tijdens de bewerking van de afronding.
Invoer
11 RND R3 F200
U navigeert als volgt naar deze functie:
NC-functie invoegen
De NC-functie bevat de volgende syntaxiselementen:
Syntaxiselement
RND
R
F, FAUTO
Voorbeeld
5 L X+10 Y+40 RL F300 M3
6 L X+40 Y+25
7 RND R5 F100
8 L X+10 Y+5
12.3.5
Cirkelmiddelpunt CC
Toepassing
Met de functie Cirkelmiddelpunt CC kunt een positie definiëren als cirkelmiddelpunt.
Verwante onderwerpen
Pool als referentie voor poolcoördinaten programmeren
Verdere informatie: "Poolcoördinatenoorsprong pool CC", Pagina 351
338
Baanfuncties | Baanfuncties met cartesiaanse coördinaten
; Radius met afmeting 3 mm
Alle functies
Baanfuncties
Betekenis
Syntaxisopener voor een radius
Radiusgrootte als vast of variabel nummer
Aanzet als vast of variabel nummer
Verdere informatie: "Aanzet F", Pagina 317
Syntaxiselement optioneel
RND
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022