12
12.1
Basisprincipes van de coördinatendefinitie
U programmeert een werkstuk door de baanbewegingen en de doelcoördinaten te
definiëren.
Afhankelijk van de maatvoering in de technische tekening gebruikt u cartesiaanse of
poolcoördinaten met absolute of incrementele waarden.
12.1.1
Cartesiaanse coördinaten
Toepassing
Een cartesiaans coördinatensysteem bestaat uit twee of drie assen die haaks op
elkaar staan. Cartesiaanse coördinaten zijn gerelateerd aan het nulpunt van het
coördinatensysteem dat zich in het snijpunt van de assen bevindt.
Met cartesiaanse coördinaten kunt u een punt in de ruimte eenduidig bepalen door
drie aswaarden te definiëren.
Functiebeschrijving
In het NC-programma definieert u de waarden in de lineaire assen X, Y en Z,
bijvoorbeeld met een rechte L.
11 L X+60 Y+50 Z+20 RL F200
De geprogrammeerde coördinaten werken modaal. Wanneer de waarde van een as
gelijk blijft, hoeft u de waarde in andere baanbewegingen niet opnieuw te definiëren.
326
Baanfuncties | Basisprincipes van de coördinatendefinitie
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022