Programmeertechnieken | Selectiefuncties
13.2.2
NC-programma oproepen met PGM CALL
Toepassing
Met de functie PGM CALL roept u vanuit een NC-programma een ander, afzonderlijk
NC-programma op. De besturing werkt het opgeroepen NC-programma af op
de plaats waar u het in het NC-programma hebt opgeroepen. Hierdoor kunt u
bijvoorbeeld een bewerking met verschillende transformaties uitvoeren.
Verwante onderwerpen
Programma-oproep met cyclus 12 PGM CALL
Verdere informatie: "Cyclus 12 PGM CALL ", Pagina 402
Programma-oproep na vorige selectie
Verdere informatie: "NC-programma selecteren en oproepen met SEL PGM en
CALL SELECTED PGM ", Pagina 397
Meerdere NC-programma's als opdrachtlijst uitvoeren
Verdere informatie: "Palletbewerking en opdrachtenlijsten", Pagina 1977
Functiebeschrijving
De besturing werkt het NC-programma als volgt af:
1 De besturing voert een NC-programma uit tot een ander NC-programma met
CALL PGM wordt opgeroepen.
2 Aansluitend voert de besturing het opgeroepen NC-programma tot de laatste
NC-regel uit.
3 Vervolgens gaat de besturing door met het oproepende NC-programma vanaf de
volgende NC-regel na CALL PGM.
Voor oproepen van programma's gelden de volgende randvoorwaarden:
Het opgeroepen NC-programma mag geen oproep CALL PGM naar het
oproepende NC-programma bevatten. Hierdoor ontstaat een eindeloze lus.
Het opgeroepen NC-programma mag geen additionele functie M30 of M2
bevatten. Wanneer u in het opgeroepen NC-programma subprogramma's met
label hebt gedefinieerd, kunt u M30 of M2 vervangen door een onvoorwaardelijke
sprongfunctie. Hierdoor werkt de besturing bijvoorbeeld Subprogramma's niet
zonder oproep af.
Verdere informatie: "Onvoorwaardelijke sprong", Pagina 1412
Wanneer het opgeroepen NC-programma de additionele functies bevat, geeft de
besturing een foutmelding.
Het opgeroepen NC-programma moet volledig zijn. Wanneer de NC-regel END
PGM ontbreekt, geeft de besturing een foutmelding.
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022
13
395