14
Namen en paden van NC-programma's
U kunt de naam of het pad van het actieve NC-programma of van een
opgeroepen NC-programma in een DataMarix-code omzetten. Voer hiervoor in de
cyclusparameter QS501 de waarde %main<x> of %prog<x> in.
U hebt de volgende mogelijkheden:
Invoer
%main0
%main1
%main2
%main3
%prog0
%prog1
%prog2
%prog3
Tellerstanden
U kunt de huidige tellerstand omzetten in een DataMarix-code. De besturing toont
de actuele tellerstand in Programma-afloop in het tabblad PGM van het werkbereik
Status.
Voer hiervoor in de cyclusparameter QS501 de waarde %count<x> in.
Met het getal na %count definieert u hoeveel posities de DataMatrix-code bevat. Het
maximale aantal tekens is negen.
Voorbeeld:
Programmeren: %count9
Actuele tellerstand: 3
Score: 000000003
Bedieningsinstructies
In de Simulatie simuleert de besturing alleen de tellerstand die u direct in het NC-
programma definieert. De tellerstand uit het werkgebied Status in de werkstand
Programma-afloop wordt buiten beschouwing gelaten.
452
Betekenis
Volledig bestandspad van actief NC-
programma
Directory van actief NC-programma
Naam van actief NC-programma
Bestandstype van actief
NC-programma
Volledig bestandspad van opgeroepen
NC-programma
Directorypad van opgeroepen
NC-programma
Naam van opgeroepen NC-programma
Bestandstype van opgeroepen
NC-programma
Contour- en puntdefinities | Cycli voor patroondefinitie
Voorbeeld
TNC:\MILL.h
TNC:\
MILL
.H
TNC:\HOUSE.h
TNC:\
HOUSE
.H
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022