Baanfuncties | Functies voor benaderen en verlaten met poolcoördinaten
12.7.4
Benaderingsfunctie APPR PLCT
Toepassing
Met de NC-functie APPR PLCT benadert de besturing de contour via een rechte met
aansluitende cirkelbaan tangentieel op het eerste contourelement.
U programmeert de coördinaten van het eerste contourpunt polair.
Verwante onderwerpen
APPR LCT met cartesiaanse coördinaten
Verdere informatie: "Benaderingsfunctie APPR LCT", Pagina 371
Voorwaarde
Pool CC
Voordat u met poolcoördinaten gaat programmeren, moet u een pool CC
definiëren.
Verdere informatie: "Poolcoördinatenoorsprong pool CC", Pagina 351
Functiebeschrijving
De NC-functie bevat de volgende stappen:
Een rechte van startpunt P
De rechte is tangentieel naar de cirkelbaan.
Hulppunt P
H
contourpunt P
Een cirkelbaan, in het bewerkingsvlak, van hulppunt P
contourpunt P
De cirkelbaan wordt door de radius R eenduidig gedefinieerd.
Wanneer u in de functie voor benaderen de Z-coördinaat programmeert, verplaatst
het gereedschap zich van het startpunt P
P
.
H
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022
naar hulppunt P
S
wordt bepaald middels het startpunt P
.
A
A
S
H
, de radius R en het eerste
S
naar het eerste
H
in drie assen simultaan naar het hulppunt
12
385