14
14.6.2
Cyclus 220 PATROON OP CRKL
ISO-programmering
G220
Toepassing
Met deze cyclus definieert u een puntenpatroon als volledige cirkel of als steekcirkel.
Deze dient voor een vooraf gedefinieerde bewerkingscyclus.
Verwante onderwerpen
Volledige cirkel met PATTERN DEF definiëren
Verdere informatie: "Volledige cirkel definiëren", Pagina 435
Gedeeltelijke cirkel met PATTERN DEF definiëren
Verdere informatie: "Steekcirkel definiëren", Pagina 436
Cyclusverloop
1 De besturing positioneert het gereedschap in ijlgang vanaf de actuele positie naar
het startpunt van de eerste bewerking.
Volgorde:
2e veiligheidsafstand benaderen (spilas)
Startpunt in het bewerkingsvlak benaderen
Op veiligheidsafstand boven het werkstukoppervlak verplaatsen (spilas)
2 Vanaf deze positie voert de besturing de laatst gedefinieerde bewerkingscyclus
uit
3 Aansluitend positioneert de besturing het gereedschap met een rechte-
verplaatsing of met een cirkelbewegingnaar het startpunt van de volgende
bewerking. Het gereedschap staat daarbij op veiligheidsafstand (of 2e veilig-
heidsafstand)
4 Dit proces (1 t/m 3) herhaalt zich totdat alle bewerkingen zijn uitgevoerd
Instructies
Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE MILL
uitvoeren.
Cyclus 220 is DEF-actief. Bovendien roept cyclus 220 automatisch de laatst
gedefinieerde bewerkingscyclus op.
Aanwijzing voor het programmeren
Wanneer een van de bewerkingscycli met de nummers 200 tot 209 en 251
tot 267 met cyclus 220 of met cyclus 221 wordt gecombineerd, zijn de
veiligheidsafstand, het werkstukoppervlak en de 2e veiligheidsafstand uit
cyclus 220 resp. 221 actief. Dit geldt binnen het NC-programma totdat de desbe-
treffende parameters opnieuw worden overschreven.
Voorbeeld: wordt in een NC-programma cyclus 200 met Q203=0 gedefinieerd
en daarna een cyclus 220 met Q203=-5 geprogrammeerd, dan wordt bij de
volgende CYCL CALL en M99-oproepen Q203=-5 gebruikt. De cycli 220 en 221
overschrijven de bovengenoemde parameters van de CALL-actieve bewer-
kingscycli (wanneer in beide cycli dezelfde invoerparameters voorkomen).
440
Wanneer u deze cyclus in de werkstand Programma-afloop / Regel
voor regel uitvoert, stopt de besturing tussen de punten van een
puntenpatroon.
Contour- en puntdefinities | Cycli voor patroondefinitie
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022