Typ het volgende in een programma:
n ▶ InvestInt, waarbij 0 ≤ n ≤100
SafeInt
Het veilige rentetarief van de cashflow. Voer in de numerieke weergave van de app Financieel een waarde in
voor Safe I%.
Typ het volgende in een programma:
n ▶ SafeInt, waarbij 0 ≤ n ≤100
CFPYR
Het aantal cashflows per jaar. Voer in de numerieke weergave van de app Financieel een waarde in voor
#CF/Yr.
Typ het volgende in een programma:
n ▶ CFPYR, waarbij 1 ≤ n ≤ 12
Afschrijvingsvariabelen
CostAsset
De afschrijfbare kosten van een activum op het moment van aankoop. Voer in de numerieke weergave van de
app Financieel een waarde in voor Cost.
Typ het volgende in een programma:
n ▶ CostAsset, waarbij n > 0
SalvageAsset
Het geldbedrag waartegen een activum kan worden verkocht of wat het nog oplevert aan het einde van de
levensduur. Voer in de numerieke weergave van de app Financieel een waarde in voor Salvage.
Typ het volgende in een programma:
n ▶ SalvageAsset, waarbij n > 0
FirstAsset
De maand waarin het activum voor het eerst in dienst wordt gesteld. Normaal is dit 1. Een decimaal getal
geeft een gedeeltelijke maand aan. Voer in de numerieke weergave van de app Financieel een waarde in voor
First Use.
Typ het volgende in een programma:
n ▶ CostAsset, waarbij n ≥1
LifeAsset
De verwachte levensduur van een product. Voer in de numerieke weergave van de app Financieel een waarde
in voor Life.
Typ het volgende in een programma:
n ▶ LifeAsset, waarbij n ≥ 1
682 Hoofdstuk 29 Programmeren in HP PPL