2
Hiermee wordt het kwadraat van een expressie geretourneerd.
2
(Expr)
π
Hiermee wordt pi ingevoegd.
∂
Hiermee wordt een sjabloon ingevoegd voor een expressie met een partiële afgeleide.
Σ
Hiermee wordt een sjabloon ingevoegd voor een expressie met een opsomming.
−
Hiermee wordt een minteken ingevoegd.
√
Hiermee wordt een wortelteken ingevoegd.
ʃ
Retourneert de integraal van een expressie.
Wanneer één expressie is gebruikt als een argument, retourneert deze opdracht het de onbepaalde integraal
geretourneerd met betrekking tot x.
Eventueel kunt u de integratievariabele en de grenzen voor een onbepaalde integraal specificeren met drie
extra argumenten.
Voorbeelden:
int(1/x) retourneert ln(abs(x))
int(sin(x),x,0,π) retourneert 2
int(1/(1-x^4),x,2,3)) retourneert -1/4*(2*atan(2)+ln(3))+1/4*(2*atan(3)-ln(2)+ln(4))
≠
Ongelijkheidstest. Hiermee wordt 1 geretourneerd als de linker- en rechterzijden niet gelijk zijn en 0 als deze
wel gelijk zijn.
≤
Ongelijkheidstoets 'kleiner dan of gelijk aan'. Hiermee wordt 1 geretourneerd als de linkerzijde van de
ongelijkheid kleiner is dan de rechterzijde of als de twee zijden gelijk zijn (en anders 0).
≥
Ongelijkheidstoets 'groter dan of gelijk aan'. Hiermee wordt 1 geretourneerd als de linkerzijde van de
ongelijkheid groter is dan de rechterzijde of als de twee zijden gelijk zijn (en anders 0).
504 Hoofdstuk 23 Functies en opdrachten