EDITMAT
Syntaxis: EDITMAT(matrixvar)
Hiermee start u de matrixeditor en geeft u de opgegeven matrix weer. Als tijdens het programmeren deze
functie wordt gebruikt, keert de gebruiker terug naar het programma wanneer hij op
Voorbeeld: Met EDITMAT(M1) wordt de matrix M1 bewerkt.
GETKEY
Syntaxis: GETKEY
Hiermee wordt de id van de eerste toets in de toetsenbordbuffer geretourneerd, of -1 als niet op een toets is
gedrukt nadat GETKEY voor het laatst werd aangeroepen. Toets-id's zijn gehele getallen van 0 tot 50,
genummerd van linksboven (toets 0) naar rechtsonder (toets 50), zoals weergegeven in afbeelding 27-1.
INPUT
Syntaxis: INPUT(var,['titel'], ['label'], ['help'], [resetwaarde],
[initiële_waarde])
Syntaxis: INPUT({vars},["titel"], [{"labels"}], [{"help"}], [{resetwaarden}],
[{initiële_waarden}])
Met de eenvoudige vorm van deze opdracht wordt een dialoogvenster geopend met de opgegeven titel en
één veld genaamd Label. Onder aan het venster wordt Help-informatie weergegeven. Het dialoogvenster
bevat de knoppen CANCEL en OK. De gebruiker kan een waarde invoeren in het veld Label. Als de gebruiker op
de knop OK drukt, wordt de variabele var bijgewerkt met de ingevoerde waarde en wordt 1 geretourneerd. Als
de gebruiker op de knop CANCEL drukt, wordt de variabele niet bijgewerkt en wordt 0 geretourneerd.
tikt.
Programmaopdrachten 649