colDim
Hiermee wordt het aantal kolommen van een matrix geretourneerd.
colDim(Matrix)
Voorbeeld:
colDim retourneert 3
comDenom
Hiermee wordt een som van rationale breuken als één rationale breuk geschreven. De noemer van de ene
rationale breuk is de gezamenlijke noemer van de rationale breuken in de oorspronkelijke expressie. Met een
variabele als tweede argument worden de teller en noemer volgens deze variabele ontwikkeld.
comDenom(Expr,[Var])
Voorbeeld:
comDenom(1/x+1/y^2+1) retourneert (x*y^2+x+y^2)/ (x*y^2)
companion
Hiermee wordt de begeleidende matrix van een polynoom geretourneerd.
companion(Poly,Var)
Voorbeeld:
companion(x^2+5x-7,x) retourneert
compare
Vergelijkt twee objecten en retourneert 1 als type(Obj1) < type(Obj2) of als type(Obj1)=type(Obj2) en Obj1 <
Obj2; en anders 0.
compare(Obj1, Obj2)
Voorbeeld:
compare(1,2) retourneert 1
complexroot
Hiermee wordt een matrix geretourneerd met een polynoom en een reële waarde als de twee argumenten.
Elke rij van de matrix bevat een complexe wortel van de polynoom met de multipliciteit of een interval met
een dergelijke wortel en multipliciteit. Het interval definieert een (mogelijk) rechthoekige regio in het
complexe vlak waar een complexe wortel ligt.
Hiermee wordt een matrix met twee extra complexe getallen als derde en vierde argument geretourneerd,
zoals wordt beschreven voor twee argumenten. Dit geldt alleen voor de wortels in de rechthoekige regio die
gedefinieerd zijn door de diagonaal die door de twee complexe getallen wordt gemaakt.
complexroot(Poly, Reëel, [Complex1], [Complex2])
Voorbeeld:
Het menu Catlg 461