Als f bijvoorbeeld is gedefinieerd, wordt met purge(f) die definitie gewist en keert f terug naar een
symbolische staat.
purge(Var)
q2a
Retourneert op basis van een kwadratische vorm en een vector van variabelen de matrix van de kwadratische
vorm met betrekking tot de opgegeven variabelen.
q2a(Expr, Vector)
Voorbeeld:
q2a(x^2+2*x*y+2*y^2,[x,y]) retourneert
quantile
Retourneert op basis van een lijst of vector en een kwantielwaarde tussen 0 en 1 het corresponderende
kwantiel van de elementen van de lijst of vector.
quantile(Lijst, Waarde) of quantile(Vector, Waarde)
Voorbeeld:
quantile([0,1,3,4,2,5,6],0.25) retourneert 1
quartile1
Retourneert op basis van een lijst of vector het eerste kwartiel van de elementen van de lijst of vector.
Retourneert op basis van een matrix het eerste kwartiel van de kolommen van de matrix.
quartile1(Lijst) of quartile1(Vector) of quartile1(Matrix)
Voorbeeld:
quartile1([1,2,3,5,10,4]) retourneert 2
quartile3
Retourneert op basis van een lijst of vector het derde kwartiel van de elementen van de lijst of vector.
Retourneert op basis van een matrix het derde kwartiel van de kolommen van de matrix.
quartile3(Lijst) of quartile3(Vector) of quartile3(Matrix)
Voorbeeld:
quartile3([1,2,3,5,10,4]) retourneert 5
quartiles
Hiermee wordt een matrix met het minimum, eerste kwartiel, gemiddelde, derde kwartiel en maximum
geretourneerd van de elementen van een lijst of vector. Retourneert met een matrix als argument het 5-
cijferige overzicht van de kolommen van de matrix.
quartiles(Lijst) of quartiles(Vector) of quartiles(Matrix)
Voorbeeld:
Het menu Catlg 489