Wanneer traceren is uitgeschakeld en u op de cursortoetsen drukt, blijft de cursor niet langer alleen op een
plot staan.
De plotweergave: overzicht van de menuknoppen
Knop
/
[Alleen Functie en 2var.
statistieken]
Kopieer- en plakbewerkingen in Plotweergave
In veel apps kunt u op
weer te geven. U kunt de huidige weergave kopiëren naar iedere grafische variabele (G1–G9) of de
geselecteerde x-waarde of y-waarde kopiëren naar het klembord.
Algemene bewerkingen in de plotontwerpweergave
In deze sectie worden alleen algemene bewerkingen voor de genoemde apps beschreven. Zie het
desbetreffende hoofdstuk over een app voor de specifieke bewerkingen van die app in de
plotontwerpweergave.
Druk op
De plotweergave configureren
Deze informatie is van toepassing op de apps Geavanceerde grafieken, Functie, Parametrisch, Polair, Rij, 1var.
statistieken en 2var. statistieken.
De plotontwerpweergave wordt gebruikt om het uiterlijk van de plotweergave te configureren en de methode
in te stellen voor het plotten van grafieken. De configuratie-opties worden over drie pagina's uitgespreid.
Veeg omhoog of omlaag om te verplaatsen tussen pagina's of gebruik de toetsen van het menu.
Doel
Hiermee geeft u een menu met zoomopties weer. Zie
Met deze knop kunt u de traceerfunctie in- en uitschakelen. Zie
Hiermee opent u een invoerformulier waarin u de waarde kunt opgeven waar u met de cursor
naartoe wilt gaan. De waarde die u invoert is de waarde voor de onafhankelijke variabele.
Hiermee geeft u een menu met opties weer voor het analyseren van een plot.
Hiermee geeft u de symbolische definitie weer van de huidige functie. In de apps Functie en 2var.
statistieken kunt u dit item vinden in het menu
Met deze knop kunt u de andere knoppen onder in het scherm weergeven en verbergen.
drukken in Plotweergave om een lijst met opties voor het kopiëren
om de plotontwerpweergave te openen.
Zoomopties op pagina
.
Algemene bewerkingen in de plotontwerpweergave
75.
Traceren op pagina
85.
87