prob: de kansverdeling met dunne staart
●
cZ: de kritieke Z-waarde die is gekoppeld aan het invoerniveau α
●
cp1: de onderste kritieke waarde van Δπ die gekoppeld is aan de kritieke Z-waarde
●
cp2: de bovenste kritieke waarde van Δπ die gekoppeld is aan de kritieke Z-waarde
●
Voorbeeld:
HypZ2prop(21, 26, 50, 50, 0,05, 1, "")
HypT1mean
De t-test met één steekproef voor een gemiddelde.
HypT1mean( , n,μ
1: μ < μ
●
2: μ > μ
●
3: μ ≠ μ
●
Configuratie: een tekenreeks die bepaalt welke resultaten worden weergegeven en in welke volgorde. Een
lege tekenreeks "" toont de standaard: alle resultaten, inclusief koppen. De opties in de tekenreeks voor
de configuratie zijn gescheiden door spaties.
h: kopcellen worden gemaakt
●
acc: het testresultaat, 0 of 1 om aan te geven dat de nulhypothese wordt afgewezen of dat afwijzing is
●
mislukt
tT: de testwaarde T
●
tM: de invoerwaarde
●
prob: de kansverdeling met dunne staart
●
df: de vrijheidsgraden
●
cT: de kritieke T-waarde die is gekoppeld aan het invoerniveau α
●
cx1: de onderste kritieke waarde van het gemiddelde dat gekoppeld is aan de kritieke T-waarde
●
cx2: de bovenste kritieke waarde van het gemiddelde dat gekoppeld is aan de kritieke T-waarde
●
Voorbeeld:
HypT1mean(0,461368, 0,2776, 50, 0,5, 0,05, 1, "")
HypT2mean
De T-test met twee steekproeven voor het verschil tussen twee gemiddelden.
HypT2mean (
Gepoold: hiermee geeft u aan of de steekproeven al dan niet gepoold zijn
0: niet gepoold
●
1: gepoold
●
434 Hoofdstuk 23 Functies en opdrachten
,α,modus,["configuratie"])
0
0
0
0
,
,n
,n
,s
,s
,α,gepoold,modus,["configuratie"]
1
2
1
2
1
2