Instellen
Invoer
Gehele getallen
Complex
Taal
Decimaalteken
Pagina 2
Instellen
Tekengrootte
Naam rekenmachine
Tekstboekweergave
Menuweergave
20
Hoofdstuk 2 Aan de slag
Opties
weergegeven waarin u het aantal decimalen kunt opgeven. Voorbeeld:
123,456789 wordt 123,46 in de notatie Vast 2.
Wetenschappelijk: hiermee worden resultaten weergegeven met een exponent
●
één cijfer links van de decimale komma met volledige precisie en het opgegeven
aantal decimalen. Voorbeeld: 123,456789 wordt 1,23E2 in de notatie
Wetenschappelijk 2.
Ingenieur: hiermee wordt een resultaat weergegeven met een exponent die het
●
meervoud is van 3 en het opgegeven aantal significante cijfers na het eerste
cijfer. Voorbeeld: 123,456E7 wordt 1,23E9 in de notatie Ingenieur 2.
Tekstboek: een expressie wordt op dezelfde manier ingevoerd als wanneer u
●
deze op papier zou opschrijven (met enkele argumenten boven of onder andere
argumenten). Met andere woorden, uw invoer kan tweedimensionaal zijn.
Algebraïsch: een expressie wordt ingevoerd op één tekstregel. Uw invoer is altijd
●
eendimensionaal.
RPN: Reverse Polish Notation. De argumenten van de expressie worden eerst
●
ingevoerd, gevolgd door de operator. De invoer van een operator evalueert
automatisch wat al eerder is ingevoerd.
Hier stelt u het standaardgrondgetal voor wiskundige bewerkingen met gehele
getallen in: binair, octaal, decimaal of hexadecimaal. U kunt ook het aantal bits per
geheel getal instellen en opgeven of een pos/neg-teken moet worden gebruikt.
Kies een van de twee notaties voor het weergeven van complexe getallen: (a,b) of a
+b*i.
Rechts van dit veld staat een onbenoemd selectievakje. Schakel dit selectievakje in als
u complexe getalresultaten wilt toestaan.
Kies de gewenste taal voor menu's, invoerformulieren en de online Help.
Selecteer Punt of Komma. Een getal wordt weergegeven als 12456.98 (puntmodus) of
als 12456,98 (kommamodus). In de puntmodus worden komma's gebruikt om
elementen in lijsten en matrices te scheiden en om functieargumenten te scheiden. In
de kommamodus worden puntkomma's gebruikt als scheidingsteken in deze context.
Opties
U kunt voor de algemene weergave kiezen tussen een klein, normaal of groot
lettertype.
Voer een naam in voor de rekenmachine.
Als u deze optie selecteert, worden expressies en resultaten weergegeven in
tekstboekindeling (zoals in schoolboeken). Als u deze optie niet selecteert, worden
expressies en resultaten weergegeven in wiskundige indeling (eendimensionaal).
Voorbeeld:
wordt in wiskundige indeling weergegeven als [[4,5],[6,2]].
Met deze instelling bepaalt u of de opdrachten in de menu's Wiskunde en CAS
beschrijvend of als wiskundige afkortingen worden weergegeven. De standaardwaarde
is weergave van beschrijvende namen van de functies. Als u de functies liever als
wiskundige afkortingen wilt weergeven, schakelt u deze optie uit.