geven. De matrixfuncties worden beschreven in de volgende secties van dit hoofdstuk. De matrixopdrachten
worden beschreven in het hoofdstuk over programmeren (zie pagina 544).
Argumentconventies
Geef voor rijnr of kolomnr het nummer van de rij op (gerekend vanaf boven, beginnend bij 1) of het
●
nummer van de kolom (gerekend vanaf links, beginnend bij 1).
Het argument matrix kan verwijzen naar een vector of een matrix.
●
Matrixfuncties
De matrixfuncties staan in de categorie Matrix in het menu Wiskunde:
functie.
Matrix
Transponeren
Hiermee wordt matrix getransponeerd. Bij een complexe matrix zoekt TRN de verbindende transpositie.
TRN(matrix)
Voorbeeld:
TRN
Determinant
De determinant van een vierkantsmatrix.
DET(matrix)
Voorbeeld:
DET
RREF
Gereduceerde rij-echelonvorm. Hiermee wijzigt u een rechthoekige matrix in zijn gereduceerde rij-
echelonvorm.
RREF(matrix)
Voorbeeld:
RREF
572 Hoofdstuk 27 Matrices
retourneert
retourneert -2
retourneert
Selecteer Matrix. Selecteer een