Samenvoegen
Hiermee voegt u twee lijsten samen in een nieuwe lijst.
CONCAT(lijst1,lijst2)
Voorbeeld:
CONCAT({1,2,3},{4}) retourneert {1,2,3,4}.
Positie
Hiermee retourneert u de positie van een element in een lijst. Het element kan een waarde, een variabele of
een expressie zijn. Als er meerdere exemplaren zijn van het element, wordt de positie van het eerste voorval
geretourneerd. Er wordt een nulwaarde geretourneerd als er geen voorval van het gespecificeerde element
plaatsvindt.
POS(lijst, element)
Voorbeeld:
POS ({3,7,12,19},12) retourneert 3
Grootte
Hiermee wordt het aantal elementen in een lijst geretourneerd, of een lijst met de afmetingen van een vector
of matrix.
SIZE(lijst) of SIZE(Vector) of SIZE(Matrix)
Voorbeelden:
SIZE({1,2,3}) retourneert 3
SIZE([[1 2 3], [4 5 6]]) retourneert {2, 3}
ΔLIST
Hiermee wordt een nieuwe lijst gemaakt die bestaat uit de eerste verschillen van een lijst. Dit zijn de
verschillen tussen opeenvolgende elementen in de lijst. De nieuwe lijst heeft één element minder dan de
oorspronkelijke lijst. De verschillen voor {x
ΔLIST(lijst1)
Voorbeeld:
Sla in de beginweergave {3,5,8,12,17,23} op in L5 en zoek naar de eerste verschillen voor de lijst.
Select ΔListA.
, x
1
3,5,8,12,17,23
5
, x
,... x
, x
} zijn {x
–x
2
3
n-1
n
2
1
5
, x
–x
,... x
–x
}.
3
2
n
n–1
. Selecteer Lijst.
Lijstfuncties 551