Met isosceles_triangle(GA, GB, angle(GC, GA, GB) wordt een gelijkbenige driehoek
zodanig gedefinieerd dat een van de twee gelijke zijden AB is en de hoek tussen de twee gelijke zijden een
maat heeft die gelijk is aan die van hoek ∡ACB.
Rechthoekige driehoek
Hiermee wordt een rechthoekige driehoek getekend op basis van twee punten en een schaalfactor. Eén been
van de rechthoekige driehoek wordt gedefinieerd door de twee punten, het hoekpunt van de rechte hoek ligt
op het eerste punt en de lengte van het eerste been wordt met de schaalfactor vermenigvuldigd om de lengte
van het tweede been te bepalen.
right_triangle(point1, point2, realk)
Voorbeeld:
Met right_triangle(GA, GB, 1) wordt een gelijkbenige rechthoekige driehoek getekend met de
rechte hoek op punt A en beide benen net zo lang als segment AB.
Vierzijdig
Hiermee wordt een vierhoek getekend op basis van een reeks van vier punten.
quadrilateral(point1, point2, point3, point4)
Voorbeeld:
Met quadrilateral(GA, GB, GC, GD) wordt de vierhoek ABCD getekend.
Parallellogram
Hiermee wordt een parallellogram getekend op basis van drie van de hoekpunten. Het vierde punt wordt
automatisch berekend, maar niet symbolisch gedefinieerd. Net als met de meeste andere opdrachten voor
polygonen kunt u de coördinaten van het vierde punt opslaan in een CAS-variabele. De richting van het
parallellogram is linksom vanaf het eerste punt.
parallelogram(point1, point2, point3)
Voorbeeld:
Met parallelogram(0,6,9+5i) wordt een parallellogram getekend waarvan de hoekpunten op (0, 0),
(6, 0), (9, 5) en (3,5) liggen. De coördinaten van het laatste punt worden automatisch berekend.
Ruit
Hiermee wordt een ruit getekend op basis van twee punten en een hoek. Net als met veel andere opdrachten
voor polygonen kunt u optionele CAS-variabelenamen opgeven voor het opslaan van de coördinaten van de
andere twee hoekpunten als punten.
rhombus(point1, point2, angle)
Voorbeeld:
Met rhombus(GA, GB, angle(GC, GD, GE)) wordt een ruit zodanig op segment AB getekend dat de
hoek bij hoekpunt A dezelfde maat heeft als hoek ∡DCE.
Rechthoek
Hiermee wordt een rechthoek getekend op basis van twee opeenvolgende hoekpunten en een punt op de
zijde tegenover de zijde die wordt gedefinieerd door de eerste twee hoekpunten of een schaalfactor voor de
zijden die loodrecht op de eerste zijde staan. Net als met veel andere opdrachten voor polygonen kunt u
Meetkundige functies en opdrachten 199