Een tekenreeks of expressie die optioneel de frequenties voor de afhankelijke gegevenslijst definieert
●
Het nummer voor het type correlatie
●
De expressie voor de correlatie
●
De kleur van de spreidingsplot
●
Het type puntmarkering voor de spreidingsplot
●
De kleur van de correlatieplot
●
Het nummer voor het type correlatie is een geheel getal tussen 1 en 13 waarmee wordt bepaald welk type
statistische plot wordt gebruikt voor elk van de variabelen S1 tot S5. De nummers worden hieronder
uitgelegd:
1—Lineair
●
2—Logaritmisch
●
3—Exponentieel
●
4—Macht
●
5—Exponent
●
6—Inverse
●
7—Logistiek
●
8—Kwadratisch
●
9—Derdemachts
●
10—Vierdemachts
●
11—Trigonometrisch
●
12—Mediaan-mediaanlijn
●
13—Door de gebruiker gedefinieerd
●
Het nummer voor het type puntmarkering voor de spreidingsplot is een geheel getal tussen 1 en 9 waarmee
wordt bepaald hoe elk punt in een spreidingsplot wordt weergegeven. De nummers worden hieronder
uitgelegd:
1—Kleine punt zonder opvulling
●
2—Klein vierkant zonder opvulling
●
3—Dunne x
●
4—Kruis zonder opvulling
●
5—Kleine ruit zonder opvulling
●
6—Dikke x
●
7—Kleine gevulde punt
●
8—Dunne ruit
●
9—Grote punt zonder opvulling
●
Voorbeeld:
670 Hoofdstuk 29 Programmeren in HP PPL