Download Print deze pagina

HP Prime Gebruikershandleiding pagina 256

Verberg thumbnails Zie ook voor Prime:

Advertenties

Inversie
Hiermee wordt de inversie van een punt getekend met betrekking tot een ander punt, met een schaalfactor.
inversion(point1, realk, point2)
Voorbeeld:
Met inversion(GA, 3, GB) wordt punt C zodanig op lijn AB getekend dat AB*AC=3. In dit geval is punt A
is het centrum van de inversie en is de schaalfactor 3. Punt B is het punt waarvan een inversie wordt gemaakt.
Over het algemeen wordt met de inversie van punt A door centrum C, met schaalfactor k, A zodanig
toegewezen aan A' dat A' op de lijn CA ligt en CA*CA'=k, waarbij CA en CA' de lengten van de bijbehorende
segmenten aangeven. Als k=1, zijn de lengten CA en CA' omgekeerd evenredig.
Reciprociteit
Op basis van een cirkel en een vector van objecten die punten of lijnen zijn, wordt hiermee een vector
geretourneerd waarbij elk punt wordt vervangen door de polaire lijn en elke lijn wordt vervangen door de
pool, met betrekking tot de cirkel.
reciprocation(Circle, [Obj1, Obj2,...Objn])
Voorbeeld:
Met reciprocation(circle(0,1),[line(1+i,2),point(1+i*2)]) wordt [point(1/2,
1/2) line(y=-x/2+1/2)] geretourneerd.
De numerieke weergave: het menu Cmds
Cartesisch
Abscis
Hiermee wordt de x-coördinaat van een punt of de x-lengte van een vector geretourneerd.
abscissa(point) or abscissa(vector)
Voorbeeld:
Met abscissa(GA) wordt de x-coördinaat van punt A geretourneerd.
Ordinaat
Hiermee wordt de y-coördinaat van een punt of de y-lengte van een vector geretourneerd.
ordinate(punt) of ordinate(vector)
Voorbeeld:
Met ordinate(GA) wordt de y-coördinaat van punt A geretourneerd.
Coördinaten
Hiermee wordt voor een bepaalde vector van punten een matrix geretourneerd met de x- en y-coördinaten
van deze punten. Elke rij van de matrix definieert één punt; de eerste kolom bevat de x-coördinaten en de
tweede kolom de y-coördinaten.
coordinates([point1, point2, ..., pointn]))
206 Hoofdstuk 10 Meetkunde

Advertenties

loading