Frac: een breuk
Intgr: een geheel getal
Obj: geeft aan dat hier objecten van meer dan één type zijn toegestaan
Poly: een polynoom
RatFrac: een rationale breuk
Val: een reële waarde
Var: een variabele
Parameters die optioneel zijn opgenomen, staan tussen haakjes, zoals NORMAL_ICDF([μ,σ,]p).
Voor het leesgemak worden komma's gebruikt om parameters te scheiden, maar deze zijn alleen nodig om
meerdere parameters te scheiden. In een opdracht met een enkele parameter hoeft dus geen komma te
worden gezet, zelfs als, zoals in onderstaande syntaxis, er een komma staat tussen deze parameter en een
optionele parameter. Een voorbeeld is de syntaxis zeros(Expr,[Var]). De komma is alleen nodig als u
de optionele parameter Var opgeeft.
Toetsenbordfuncties
De meest gebruikte functies kunt u direct vanaf het toetsenbord openen. Bij veel functies op het toetsenbord
kunt u ook complexe getallen gebruiken als argumenten. Voer de hieronder weergegeven toetsen en invoeren
in en druk op
OPMERKING:
waarop moet worden gedrukt, met de functienaam tussen haakjes. Zo betekent
bijvoorbeeld dat u op
In onderstaande voorbeelden worden de resultaten weergegeven zoals in de beginweergave. Als u in het CAS
werkt, worden de resultaten in een vereenvoudigde symbolische notatie gegeven. Voorbeeld:
Optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen. Accepteert ook complexe getallen, lijsten en matrices.
waarde1 + waarde2, enzovoort
Natuurlijk logaritme. Accepteert ook complexe getallen.
LN(waarde)
Voorbeeld:
LN(1) retourneert 0
om de expressie te evalueren.
In onderstaande voorbeelden worden Shift-functies aangeduid met de werkelijke toetsen
moet drukken om een arcsinusberekening (ASIN) te maken.
320 retourneert 17,88854382 in de beginweergave en 8*√5 in het CAS.
(ASIN)
Toetsenbordfuncties 377