Ontkenning van elk element
U kunt het teken van elk element in een matrix wijzigen door op
voeren en vervolgens op
Systemen van lineaire vergelijkingen oplossen
U kunt matrices gebruiken om onder andere de volgende systemen van lineaire vergelijkingen op te lossen:
2x+3y+4z=5
x+y–z=7
4x–y+2z=1
In dit voorbeeld gebruiken we de matrices M1 en M2. U kunt echter de naam van elke beschikbare
matrixvariabele kiezen.
In dit voorbeeld gebruiken we de matrices M1 en M2. U kunt echter de naam van elke beschikbare
matrixvariabele kiezen.
1.
Open de matrixcatalogus en wis M1. Geef aan dat u een vector wilt maken en open de matrixeditor:
568 Hoofdstuk 27 Matrices
te drukken.
[Druk op
of
te drukken, de matrixnaam in te
om M1 te selecteren.]