weergegeven. In plaats daarvan wordt de instelling Num Stap gewijzigd (oftewel de stapgrootte tussen
opeenvolgende x-waarden). Inzoomen verkleint de stapgrootte; uitzoomen vergroot de stapgrootte.
U kunt ook kiezen of de gegevenstabel in de numerieke weergave automatisch moet worden ingevuld of
dat u deze invult door de gewenste x-waarden te typen. De lijst Num Type bevat de opties Automatisch
en Aangepast. Dit zijn opties voor aangepaste tabellen.
2.
Druk op
3.
Zorg ervoor dat de instellingen voor de X-kolom in de numerieke weergave (Num Start en Num Stap)
overeenkomen met de x-waarden voor tracering (Xmin en pixelbreedte) in de plotweergave.
Tik op
Als u bijvoorbeeld hebt ingezoomd op de plot in de plotweergave zodat het zichtbare x-bereik nu –4 t/m 4 is,
wordt met deze optie Num Start ingesteld op –4 en Num Stap op 0,025...
De numerieke weergave verkennen
Geef de numerieke weergave weer.
▲
om alle instellingen te herstellen naar de standaardwaarden.
.
Aan de slag met de app Functie 111