id
Hiermee wordt een vector geretourneerd met de oplossing voor de identiteitsfunctie voor de argumenten.
id(Object1, [Object2,...])
Voorbeeld:
id([1 2], 3, 4) retourneert [[1 2] 3 4]
identity
Retourneert op basis van een geheel getal n de identiteitsmatrix van dimensie n.
identity(Geheel getal)
Voorbeeld:
identity(3) retourneert
iegcd
Hiermee wordt de uitgebreide grootste gemene deler voor twee gehele getallen geretourneerd.
iegcd(Integer1, Integer2)
Voorbeeld:
iegcd(14, 21) retourneert [-1, 1, 7]
igcd
Hiermee wordt de grootste gemene deler van twee gehele of rationale getallen, of twee polynomen van
verschillende variabelen geretourneerd.
igcd((Integer1, Integer2) of igcd(Ratnl1, Ratnl2) of igcd(Poly1, Poly2)
Voorbeelden:
igcd(24, 36) retourneert 12
igcd(2/3,3/4) retourneert 1/12
afbeelding
Afbeelding van een lineaire toepassing van een matrix.
afbeelding(Matrix)
Voorbeeld:
image([[1,2],[3,6]]) retourneert [1,3]
interval2center
Hiermee wordt het midden van een interval geretourneerd.
interval2center(Interval)
Voorbeeld:
474 Hoofdstuk 23 Functies en opdrachten