In deze test wordt op basis van twee steekproeven, elk van een afzonderlijke populatie, de kracht van het
bewijs gemeten voor een geselecteerde hypothese tegen de nulhypothese. De nulhypothese is dat de
gemiddelden van de twee populaties gelijk zijn, H
U kunt een van de volgende alternatieve hypotheses selecteren waartegen u e nulhypothese wilt testen:
H
: μ
< μ
●
0
1
H
: μ
> μ
●
0
1
H
: μ
≠ μ
●
0
1
Invoer
De invoer is als volgt:
Veldnaam
ẋ
1
ẋ
2
n
1
n
2
σ
1
σ
2
α
Resultaten
De resultaten zijn als volgt:
Resultaat
Test Z
Test Δẋ
P
Kritieke Z
Kritieke Δẋ
Z-test met één aandeel
Menunaam
Z-Test: 1 π
In deze test wordt op basis van de statistieken van één steekproef de kracht van het bewijs gemeten voor een
geselecteerde hypothese tegen de nulhypothese. De nulhypothese is dat het succesaandeel een
veronderstelde waarde is, H
Selecteer een van de volgende alternatieve hypotheses waartegen u de nulhypothese wilt testen:
2
2
2
Beschrijving
Gemiddelde steekproef 1
Gemiddelde steekproef 2
Grootte steekproef 1
Grootte steekproef 2
Populatie 1 standaardafwijking
Populatie 2 standaardafwijking
Significantieniveau
Beschrijving
Z-test statistiek
Verschil in de gemiddelden gekoppeld aan de test Z-waarde
Waarschijnlijkheid gekoppeld aan de Z-test statistiek
Grenswaarde(n) van Z gekoppeld aan het niveau α dat u hebt opgegeven
Verschil in de gemiddelden gekoppeld aan het niveau α dat u hebt opgegeven
: π = π
.
0
0
: μ
= μ
.
0
1
2
Hypothesetests 279