Voorbeeld: BITAND(20,13) retourneert 4
BITNOT
Syntaxis: BITNOT(int)
Hiermee retourneert u de bitwise logische NOT van het opgegeven gehele getal.
Voorbeeld: BITNOT(47) retourneert 549755813840
BITOR
Syntaxis: BITOR(int1, int2, ... intn)
Hiermee retourneert u de bitwise logische OR van de opgegeven gehele getallen.
Voorbeeld: BITOR(9,26) retourneert 27
BITSL
Syntaxis: BITSL(int1 [,int2])
Bitwise links verschuiven. Hiermee neemt u een of twee gehele getallen als invoer en retourneert u het
resultaat van het verplaatsen van de bits naar links in het eerste gehele getal door het aantal plaatsen dat
wordt aangegeven door het tweede gehele getal. Als er geen tweede gehele getal is, worden de bits één
plaats naar links opgeschoven.
Voorbeelden:
BITSL(28,2) retourneert 112
BITSL(5) retourneert 10
BITSR
Syntaxis: BITRL(int1 [,int2])
Bitwise rechts verschuiven. Hiermee neemt u een of twee gehele getallen als invoer en retourneert u het
resultaat van het verplaatsen van de bits naar rechts in het eerste gehele getal door het aantal plaatsen dat
wordt aangegeven door het tweede gehele getal. Als er geen tweede gehele getal is, worden de bits één
plaats naar rechts opgeschoven.
Voorbeelden:
BITSR(112,2) retourneert 28
BITSR(10) retourneert 5
BITXOR
Syntaxis: BITXOR(int1, int2, ... intn)
Hiermee retourneert u alleen de bitwise logische OR van de opgegeven gehele getallen.
Voorbeeld: BITXOR(9,26) retourneert 19
B→R
Syntaxis: B→R(#integerm)
Hiermee converteert u een geheel getal in grondgetal m naar een decimaal geheel getal (grondgetal 10). De
grondgetalmarkering m kan b zijn (voor binair), o (voor octaal) of h (voor hexadecimaal).
646 Hoofdstuk 29 Programmeren in HP PPL