KEY
Een voorvoegsel voor een toetsnaam bij het maken van een gebruikerstoetsenbord. Zie
gebruikerstoetsenbord: toetsen aanpassen op pagina
Opdrachten in het menu Opdrachten
Tekenreeksen
Een tekenreeks is een serie tekens tussen dubbele aanhalingstekens (""). Als u een dubbel aanhalingsteken
wilt invoeren in een tekenreeks, typt u twee dubbele aanhalingstekens achter elkaar. Met het teken \ wordt
een "escape"-reeks gestart en het direct daaropvolgende teken of de daaropvolgende tekens worden op
speciale wijze geïnterpreteerd. Met \n wordt een nieuwe regel ingevoegd en met twee backslashes wordt een
enkele backslash ingevoegd. U kunt een nieuwe regel opnemen in de tekenreeks door op
drukken. Op dat punt gaat de tekst verder op de volgende regel (tekstomloop).
ASC
Syntaxis: ASC (tekenreeks)
Hiermee wordt een lijst met de ASCII-codes van de tekenreeks geretourneerd.
Voorbeeld: ASC ("AB") retourneert [65,66]
LAAGSTE
Hiermee converteert u hoofdletters in een tekenreeks naar kleine letters.
Voorbeelden:
LAAGSTE("ABC") retourneert "abc"
LAAGSTE("ΑΒΓ") retourneert "αβγ"
HOOGSTE
Hiermee converteert u kleine letters in een tekenreeks naar hoofdletters.
Voorbeelden:
HOOGSTE("abc") retourneert "ABC"
HOOGSTE(1) retourneert 0
CHAR
Syntaxis: CHAR(vector) of CHAR(integer)
Hiermee wordt de tekenreeks geretourneerd die overeenkomt met de tekencodes in vector of de enkele
code van integer.
Voorbeelden: CHAR(65) retourneert "A"
CHAR([82,77,72]) retourneert "RMH"
DIM
Syntaxis: DIM (tekenreeks)
Hiermee wordt het aantal tekens in de tekenreeks geretourneerd.
630 Hoofdstuk 29 Programmeren in HP PPL
611.
Het
te