A*(X-H)
2
●
A*X
2
+B*X+C
●
A*(X-X
)*(X-X
●
0
Tik op
De eerste rij van de matrix laat zien dat de variabele X loopt van -∞ tot ∞, met een uiterste op -1/2. De tweede
rij laat zien dat de variabele Y loopt van ∞ tot een minimum van -5/4 als X=-1/2, en dan weer een bocht maakt
naar ∞. Dit betekent dat het uiterste bij X=-1/2 een minimum is. De derde rij laat de variatie in F'(X)=2*X+1
zien. Nader bepaald dat y' negatief is, terwijl y afneemt, 0 op het uiterste en dan positief waar y toeneemt.
Ten slotte laat de vierde rij de variatie in y'' zien; in dit geval heeft het altijd een waarde van 2, wat aangeeft
dat de functie altijd convex is (concaaf omhoog). Tik op
plotweergave.
Kubieke functies verkennen
Als u Kubiek hebt geselecteerd in de symbolische weergave, geeft de linkerhelft van de plotweergave de
grafiek van de kubieke functie F(X)=X
de waarden weergegeven van alle wortels (x-snijpunten) van zowel het kubieke als het y-snijpunt.
+K
)
1
om een variabele tabel voor de huidige functie weer te geven (in dit voorbeeld F(X)=X
3
weer. In de onderkant wordt de expressie weergegeven. Rechts worden
om af te sluiten en terug te keren naar de
Kubieke functies verkennen 369
2
+X-1).