Download Print deze pagina

HP Prime Gebruikershandleiding pagina 599

Verberg thumbnails Zie ook voor Prime:

Advertenties

Druk op
zesde categorie in het menu Wiskunde. Door op 6 te drukken, gaat u dus meteen naar de categorie Lijst. Tik
op een functie om deze te selecteren of gebruik de pijltjestoetsen om de functie te markeren. Tik vervolgens
op
Lijstfuncties staan tussen haakjes. Ze bevatten argumenten die door komma's zijn gescheiden, zoals in
CONCAT(L1,L2). Een argument kan de naam van een lijstvariabele zijn of de eigenlijke lijst, bijvoorbeeld
REVERSE(L1) of REVERSE({1,2,3}).
Met algemene operatoren zoals +, –, × en / kunt u lijsten opnemen als argumenten. Als u twee argumenten
hebt die beide lijsten zijn, moeten de lijsten dezelfde lengte hebben omdat de elementen in de berekening
worden gekoppeld. Als u twee argumenten hebt waarvan er één een reëel getal is, wordt in de berekening het
getal gekoppeld aan elk element van de lijst.
Voorbeeld:
5*{1,2,3} retourneert {5,10,15}.
Naast de algemene operatoren die getallen, matrices of lijsten als argumenten opnemen, zijn er ook
opdrachten die alleen kunnen worden gebruikt voor lijsten.
Menu-indeling
Standaard wordt een lijstfunctie in het menu Wiskunde voorgesteld met een beschrijvende naam en niet met
de algemene opdrachtnaam. Zo wordt opdrachtnaam CONCAT weergegeven als Samenvoegen en wordt POS
weergegeven als Positie.
Als u liever hebt dat in het menu Wiskunde de opdrachtnamen worden weergegeven, schakelt u de optie
Menuweergave uit op pagina 2 van het scherm Startinstellingen.
Verschil
Hiermee wordt de lijst met niet-overeenkomende elementen van twee lijsten geretourneerd.
DIFFERENCE({1,2,3,4}, {1,3,5,7}) retourneert {2,4,5,7}
Snijpunt
Hiermee wordt de lijst met overeenkomende elementen voor twee lijsten geretourneerd.
6 om de categorie Lijst te selecteren in de linkerkolom van het menu Wiskunde. (Lijst is de
of druk op
.
Lijstfuncties 549

Advertenties

loading