Aanbevolen separatieafstanden tot mobiele
HF-communicatieapparatuur
Het medische apparaat is bedoeld voor gebruik in een elektro-
magnetische omgeving waarin uitgestraalde RF-storingen onder
controle zijn. De klant of de gebruiker van het apparaat kan helpen
Maximaal nominaal
uitgangsvermogen van
de zender
W
0,01
0,1
1
10
100
Voor zenders met een maximaal nominaal uitgangsvermogen dat
hierboven niet staat vermeld kan de aanbevolen separatieafstand
in meters (m) worden bepaald met de vergelijking die van
toepassing is op de frequentie van de zender, waarbij P het
maximale nominale uitgangsvermogen in watt (W) volgens
opgave van de fabrikant van de zender is.
EMC-verklaring voor IEC 60601-1-2, editie 4.1
Algemene informatie
Dit apparaat is getest op elektromagnetische compatibiliteit met
gebruik van accessoires uit de accessoirelijst. Andere
accessoires mogen alleen worden toegepast, indien deze de
elektromagnetische compatibiliteit niet in gevaar brengen. Het
gebruik van niet-conforme accessoires kan resulteren in
verhoogde elektromagnetische emissies of in een verminderde
elektromagnetische immuniteit van het apparaat.
Dit apparaat mag alleen worden gebruikt in de directe nabijheid van
andere apparaten, indien Dräger deze apparaatopstelling heeft
goedgekeurd. Als door Dräger geen goedkeuring is verleend, dient
eerst te worden gewaarborgd dat dit apparaat in de gewenste
opstelling naar behoren werkt. De gebruiks-aanwijzingen voor de
andere apparaten moeten worden opgevolgd.
Elektromagnetische omgeving
Dit apparaat mag alleen gebruikt worden in omgevingen, zoals
gespecificeerd in paragraaf "Gebruiksomgeving" op pagina 125.
Emissie
Uitgestraalde emissies
Geleide emissies
Aanvulling Scio Four-modules
Separatieafstand volgens frequentie van de zender
150 kHz tot 80 MHz
d = [ 3.5
]
P
3
0,1
0,4
1,2
3,8
12
Naleving
Klasse A, groep 1
(30 MHz tot 1 GHz)
Klasse A, groep 1
(150 kHz tot 30 MHz)
elektromagnetische interferentie te voorkomen, door een
minimale afstand aan te houden tussen draagbare en mobiele
RF-communicatieapparatuur (zenders) en het medische
apparaat, zoals beneden aanbevolen, met inachtneming van het
maximale uitgangsvermogen van de communicatieapparatuur.
m
80 MHz tot 800 MHz
d = [ 3.5
]
P
3
0,1
0,4
1,2
3,8
12
OPMERKING
De emissiekenmerken van deze apparatuur maken het geschikt
voor gebruik in industriële omgevingen en in ziekenhuizen
(CISPR 11 klasse A). Bij gebruik van deze apparatuur in een
woonomgeving (waarvoor doorgaans CISPR 11 klasse B is ver-
eist) biedt deze mogelijk geen adequate bescherming tegen
radiofrequente communicatiediensten. De gebruiker kan
gedwongen zijn om corrigerende maatregelen te nemen, zoals
omplaatsen of anders uitrichten van de apparatuur. Het testen
van de uitgestraalde emissies werd uitgevoerd volgens CISPR
16-2-3 als alternatieve testmethode.
Immuniteit tegen
Elektrostatische ontlading
(ESD) (IEC 61000-4-2)
Snelle elektrische transiënten
(bursts)
(IEC 61000-4-4)
Impulsspanningen
(spanningspieken)
(IEC 61000-4-5)
Magnetische velden bij netfre-
quentie (IEC 61000-4-8)
Spanningsdalingen en korte
onderbrekingen in de
voedingsspanning
(IEC 61000-4-11)
Uitgestraalde storingen van
hoge frequentie
(IEC 61000-4-3)
Nederlands
800 MHz tot 2,5 GHz
d = [ 7
]
P
3
0,2
0,7
2,3
7,4
23
Testniveau en vereiste elek-
tromagnetische omgeving
Contactontlading: ±8 kV
Luchtontlading: ±15 kV
Netsnoer: ±2 kV
Langere signaalingangs- /
uitgangslijnen langer dan 3 m
(10 ft): ±1 kV
Spanning, lijn – lijn: ±1 kV
Spanning, lijn – aarde: ±2 kV
50 Hz: 30 A/m
Spanningsdalingen bij ver-
schillende fasehoeken volgens
de IEC 60601-1-2 standaard
80 MHz tot 2,7 GHz: 3 V/m
137