WAARSCHUWING
Risico van apparaatstoring
Het gebruik van defecte of incompatibele kabels en monta-
geapparatuur kan de functionele integriteit van het product
in gevaar brengen. Als gevolg daarvan kunnen persoonlijk
letsel en materiële schade optreden.
–
Gebruik alleen compatibele kabels en montageappara-
tuur. Accessoires die compatibel zijn met dit product
staan vermeld in de bij het product geleverde accessoi-
relijst.
–
Gebruik uitsluitend accessoires die in goede staat ver-
keren.
WAARSCHUWING
Risico van apparaatstoring
Het gebruik van deze apparatuur naast of gestapeld met
andere apparatuur moet worden vermeden. Dit kan een
onjuiste werking tot gevolg hebben.
Als dergelijk gebruik noodzakelijk is, moeten dit apparaat
en de andere apparatuur worden geobserveerd om te con-
troleren of deze normaal werken.
Dit apparaat kan worden gebruikt met andere Dräger-apparaten of
apparatuur van andere fabrikanten. Volg de aanwijzingen in de
documentatie van de betreffende apparaten op.
Indien een combinatie van apparaten niet door Dräger is
goedgekeurd, kan dat de veiligheid en de functionele integriteit
van de individuele apparaten in gevaar brengen. De gebruikende
instantie moet ervoor zorgen dat de combinatie van medische
apparatuur in overeenstemming is met de geldende standaard
voor medische apparatuur.
Door Dräger goedgekeurde combinaties van apparaten voldoen
aan de voorschriften zoals vermeld in de volgende normen:
–
IEC 60601-1 (editie 3.2)
Elektromedische apparatuur
Deel 1: Algemene vereisten voor basisveiligheid en essentiële
prestaties
–
IEC 60601-1-2
Elektromedische apparatuur
Deel 1-2: Algemene vereisten voor basisveiligheid en
essentiële eigenschappen
Secundaire norm: Elektromagnetische compatibiliteit -
eisen en tests
–
IEC 60601-1 (2e editie)
Elektromedische apparatuur
Deel 1: Algemene veiligheidseisen
–
IEC 60601-1-1
Elektromedische apparatuur
Deel 1-1: Algemene veiligheidseisen
Secundaire norm: Veiligheidseisen voor elektromedische
systemen
–
IEC 60601-1-2
Elektromedische apparatuur
Deel 1-2: Algemene vereisten voor basisveiligheid en
essentiële eigenschappen Secundaire norm:
Elektromagnetische compatibiliteit - eisen en tests
–
IEC 60601-1-4
Elektromedische apparatuur
Deel 1-4: Algemene veiligheidseisen
Secundaire norm: Programmeerbare elektromedische
systemen
Aanvulling Scio Four-modules
Wanneer Dräger-apparaten worden aangesloten op andere
Dräger-apparaten of op apparaten van derden en de zo ontstane
combinatie niet door Dräger is goedgekeurd, kunnen er nadelige
gevolgen ontstaan voor de werking van de apparaten. De
bedienende organisatie is er verantwoordelijk voor, dat het
resulterende systeem voldoet aan de vereisten van de van
toepassing zijnde normen.
Elektromagnetische compatibiliteit (EMC)
Voor elektromedische apparatuur gelden speciale
voorzorgsmaatregelen betreffende de elektromagnetische
compatibiliteit (EMC). Daarom moet de apparatuur worden
geïnstalleerd en in gebruik worden genomen in overeenstemming
met de EMC-voorschriften in de gebruiksaanwijzing van de
patiëntmonitor.
WAARSCHUWING
Kans op uitval van het apparaat
Elektromagnetische velden, zoals die bijv. worden gegene-
reerd door communicatie-apparatuur die met radiofrequen-
tie werkt, zoals mobiele telefoons, hoogfrequente
elektrische chirurgische apparatuur, defibrillators en korte
golf therapie-apparatuur, kunnen tot storingen leiden van
het medische apparaat.
Apparatuur die met radiofrequentie werkt, mag alleen wor-
den gebruikt met inachtneming van een veilige afstand.
WAARSCHUWING
Gevaar door elektromagnetische storing
Draadloze communicatie-apparaten (bijv. mobiele tele-
foons) en elektromedische apparatuur (bijv. defibrillatoren,
elektrochirurgische apparaten) en hun randapparatuur
(bijv. antennekabels en externe antennes) zenden elektro-
magnetische straling uit. Als dergelijke apparatuur te dicht
bij dit apparaat of de kabels worden gebruikt, kan de func-
tionele integriteit van dit apparaat worden aangetast door
elektromagnetische storingen. Als gevolg daarvan kan de
patiënt in gevaar worden gebracht.
–
Houd een afstand van ten minste 0,3 m (1,0 ft) vrij tussen
dit apparaat en draadloze communicatieapparatuur, om
de essentiële werking van het apparaat te waarborgen.
–
Houd een adequate afstand vrij tussen dit apparaat en
overige elektromedische apparatuur.
Aansluiting op IT-netwerken
Tijdens bedrijf kan dit apparaat met behulp van IT-netwerken infor-
matie uitwisselen met andere apparaten. Een IT-netwerk kan elke
gegevensinterface zijn (bijv. printer-interface. USB-interface,
RS-232-interface) die beschreven is in normen en verdragen.
De uitwisseling van gegevens met behulp van bekabelde techno-
logieën maakt de volgende functies in het netwerk mogelijk:
–
Weergave van curven en parametergegevens
–
Registratie, opslag en printen
–
Service-modus, toegang tot logboeken
Het aansluiten van dit apparaat op een netwerk dat andere appa-
raten omvat of het achteraf aanbrengen van wijzigingen in dat net-
werk kan nieuwe risico's voor patiënten, gebruikers en derden tot
gevolg hebben. Voordat het apparaat aan het netwerk wordt ver-
bonden of het netwerk wordt gewijzigd, moeten deze risico's wor-
den geïdentificeerd, geanalyseerd en geëvalueerd en moeten
passende maatregelen worden genomen.
Nederlands
123