Programmeerbare tastcycli | Tastcycli Kinematica automatisch meten
Instructies m.b.t. de diverse kalibratiemethodes
Globale optimalisatie tijdens de inbedrijfstelling na invoer van globale maten
Aantal meetpunten tussen 1 en 2
Hoekstap van de rotatie-assen: ca. 90°
Fijne optimalisatie over het gehele verplaatsingsbereik
Aantal meetpunten tussen 3 en 6
De start- en eindhoek moeten een zo groot mogelijk verplaatsingsbereik van
de rotatie-assen bestrijken
Positioneer de kalibreerkogel zodanig op de machinetafel dat bij tafel-rotatie-
assen een grote meetcirkelradius ontstaat, of dat bij kop-rotatie-assen de
meting op een representatieve positie kan plaatsvinden (bijv. in het midden
van het verplaatsingsbereik)
Optimalisatie van een speciale rotatie-aspositie
Aantal meetpunten tussen 2 en 3
De metingen worden uitgevoerd met behulp van de instelhoek van een as
(Q413/Q417/Q421) rond de rotatieashoek, waarbij de bewerking later moet
plaatsvinden
Positioneer de kalibreerkogel zodanig op de machinetafel dat de kalibratie op
dezelfde positie plaatsvindt als de bewerking
Machinenauwkeurigheid controleren
Aantal meetpunten tussen 4 en 8
De start- en eindhoek moeten een zo groot mogelijk verplaatsingsbereik van
de rotatie-assen bestrijken
Bepaling van de omkeerfout van de rotatie-as
Aantal meetpunten tussen 8 en 12
De start- en eindhoek moeten een zo groot mogelijk verplaatsingsbereik van
de rotatie-assen bestrijken
Omkeerfout
Met een omkeerfout wordt een geringe speling bedoeld tussen de impulsgever
(hoekmeetsysteem) en de tafel, die bij het omkeren van de richting ontstaat. Als
de omkeerfout van de rotatie-assen buiten het regelbereik ligt, bijv. omdat de
hoekmeting met de motorimpulsgever plaatsvindt, kan dit tot aanzienlijke fouten bij
het zwenken leiden.
Met de invoerparameter Q432 kunt u een meting van de omkeerfout activeren.
Hiervoor voert u een hoek in die de besturing als passeerhoek gebruikt. De cyclus
voert dan per rotatie-as twee metingen uit. Wanneer u hoekwaarde 0 overneemt,
bepaalt de besturing geen omkeerfout.
Wanneer in de optionele machineparameter mStrobeRotAxPos (nr.
204803) een M-functie voor positionering van de rotatie-assen is
ingesteld, of indien er sprake is van een Hirth-as, dan kan de omkeerfout
niet worden bepaald.
Programmeer- en bedieningsinstructies:
De besturing voert geen automatische compensatie van de
omkeerfout uit.
Bij een meetcirkelradius < 1 mm bepaalt de besturing niet langer de
omkeerfout. Hoe groter de meetcirkelradius, des te nauwkeuriger kan
de besturing de omkeerfout van de rotatie-as bepalen (Pagina 1759).
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022
29
1751