29
Instructies
Let op: botsingsgevaar!
Bij de uitvoering van de tastcycli 400 t/m 499 mogen geen cycli voor
coördinatenomrekening actief zijn.
De volgende cycli niet vóór het gebruik van tastcycli activeren: cyclus 7
NULPUNT, cyclus 8 SPIEGELEN, cyclus 10 ROTATIE, cyclus 11 MAATFACTOR
en cyclus 26 MAATFACTOR ASSPEC..
Coördinatenomrekeningen van tevoren terugzetten
Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE MILL
uitvoeren.
Cyclusparameters
Helpscherm
Voorbeeld
11 TCH PROBE 404 BASISROTATIE BEPALEN ~
Q307=+0
Q305=-1
1564
Programmeerbare tastcycli | Tastcycli scheve ligging van werkstuk automatisch bepalen
AANWIJZING
;VOORAF ING. ROT.HOEK ~
;NUMMER IN TABEL
Parameter
Q307 Vooraf ingestelde rotatiehoek
Hoekwaarde waarmee de basisrotatie moet worden
ingesteld.
Invoer: -360.000...+360.000
Q305 Preset nummer in tabel?:
Nummer in referentiepunttabel vermelden waarin de bestu-
ring de vastgestelde basisrotatie moet opslaan. Bij invoer
Q305=0 of Q305=-1 slaat de besturing de vastgestelde
basisrotatie bovendien op in het basisrotatiemenu (Tasten
Rot) in de modus Handbediening.
-1: actief referentiepunt overschrijven en activeren
0: actief referentiepunt naar regel referentiepunt 0 kopiëren,
basisrotatie naar regel referentiepunt 0 schrijven en referen-
tiepunt 0 activeren
>1: basisrotatie in het opgegeven referentiepunt opslaan. Het
referentiepunt wordt niet geactiveerd
Invoer: -1...99999
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022