Programmeerbare tastcycli | Tastcycli Referentiepunten automatisch vastleggen
Cyclusverloop
1 De besturing positioneert het tastsysteem met ijlgang (waarde uit kolom FMAX)
en met positioneerlogica naar de geprogrammeerde tastpositie. De besturing
houdt bij de voorpositionering rekening met veiligheidsafstand Q320.
Verdere informatie: "Positioneerlogica", Pagina 1498
2 Vervolgens verplaatst het tastsysteem zich naar de ingevoerde meethoogte
Q1102 en registreert de actuele positie van de eerste tastpositie.
3 De besturing positioneert het tastsysteem met FMAX_PROBE terug naar de
veilige hoogte Q260 en vervolgens naar de volgende tastpositie.
4 De besturing verplaatst het tastsysteem naar de ingevoerde meethoogte Q1102
en registreert de volgende tastpositie.
5 Afhankelijk van de definitie van Q423 AANTAL KEREN TASTEN worden de
stappen 3 t/m 4 herhaald.
6 De besturing positioneert het gereedschap naar veilige hoogte Q260.
7 De besturing slaat de vastgestelde positie op in de volgende Q-parameters. Indien
Q1120=1, schrijft de besturing de vastgestelde positie in de actieve regel van de
referentiepunttabel.
Verdere informatie: "Basisprincipes van de tastcycli 14xx voor het vastleggen
van een referentiepunt", Pagina 1567
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022
29
1571