Programmeerbare tastcycli | Tastcycli Kalibratie
3D-kalibratie Q455= 1...30
1 Kalibreerkogel opspannen. Let op dat er geen botsingen kunnen optreden
2 Na het kalibreren van radius en lengte trekt de besturing het tastsysteem in de
tastsysteemas terug. Aansluitend positioneert de besturing het tastsysteem
boven de noordpool
3 Het tasten start beginnend bij de noordpool tot de equator in meerdere stappen.
Afwijkingen ten opzichte van de nominale waarde en daarmee het specifieke
uitwijkgedrag worden vastgesteld
4 U kunt het aantal tastpunten tussen noordpool en equator vastleggen. Dit aantal
is afhankelijk van invoerparameter Q455. Een waarde van 1 t/m 30 kan worden
geprogrammeerd. Als u Q455=0 programmeert, vindt er geen 3D-kalibratie plaats
5 De tijdens de kalibratie vastgestelde afwijkingen worden in een 3DTC-tabel
opgeslagen
6 Aan het einde van de cyclus trekt de besturing het tastsysteem in de tast-
systeemas terug tot de hoogte waarop het tastsysteem is voorgepositioneerd
Om een lengtekalibratie uit te voeren, moet de positie van het middelpunt
(Q434) van de kalibratiekogel ten opzichte van het actieve nulpunt
bekend zijn. Als dit niet het geval is, is het raadzaam de lengtekalibratie
niet met cyclus 460 uit te voeren!
Een toepassingsvoorbeeld voor de lengtekalibratie met cyclus 460 is het
vergelijken van twee tastsysteem.
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022
29
1733