Programmeerbare tastcycli | Tastcycli Gereedschappen automatisch meten
Cyclusparameters
Helpscherm
Voorbeeld nieuw formaat
11 TOOL CALL 12 Z
12 TCH PROBE 480 TT KALIBREREN ~
Q260=+100
Voorbeeld oud formaat
11 TOOL CALL 12 Z
12 TCH PROBE 30.0 TT KALIBREREN
13 TCH PROBE 30.1 HOOGTE:+90
29.8.3
cyclus 31 of 481 GEREEDSCH.-LENGTE
Toepassing
Raadpleeg uw machinehandboek!
Voor het meten van de gereedschapsradius programmeert u de tastcyclus 31
of 482 (Pagina 1778). Via invoerparameters kan de gereedschapslengte op drie
verschillende manieren worden bepaald:
Wanneer de gereedschapsdiameter groter is dan de diameter van het meetvlak
van de TT, meting met roterend gereedschap uitvoeren
Wanneer de gereedschapsdiameter kleiner is dan de diameter van het meetvlak
van de TT, of wanneer u de lengte van boren of radiusfrezen bepaalt, meting met
stilstaand gereedschap uitvoeren
Wanneer de gereedschapsdiameter groter is dan de diameter van het meetvlak
van de TT, meting van de afzonderlijke snijkanten met stilstaand gereedschap
uitvoeren
Verloop van de "meting met roterend gereedschap"
Om de langste snijkant te bepalen, wordt het te meten gereedschap verschoven ten
opzichte van het middelpunt van het tastsysteem en roterend naar het meetvlak van
de TT verplaatst. Deze verschuiving programmeert u in de gereedschapstabel onder
Gereedschapsverstelling: radius (R-OFFS).
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022
Parameter
Q260 Veilige hoogte?
Positie in de spilas invoeren waarbij een botsing met
werkstukken of spanmiddelen uitgesloten is. De veilige
hoogte is gerelateerd aan het actieve referentiepunt van
het werkstuk. Wanneer de veilige hoogte zo klein wordt
ingevoerd, dat de gereedschapspunt onder de bovenkant van
de schotel zou komen te liggen, positioneert de besturing het
kalibratiegereedschap automatisch boven de schotel (veilig-
heidszone uit safetyDistToolAx (nr. 114203).
Invoer: –99999,9999...+99999,9999
;VEILIGE HOOGTE
29
1783