Programmeerbare tastcycli | Tastcycli Kinematica automatisch meten
Let op: botsingsgevaar!
Wanneer u deze cyclus uitvoert, mag geen basisrotatie of 3D-basisrotatie actief
zijn. De besturing wist eventueel de waarden uit de kolommen SPA, SPB en
SPC van de referentiepunttabel. Na de cyclus moet u een basisrotatie of 3D-
basisrotatie opnieuw instellen, anders bestaat er botsingsgevaar.
Vóór de uitvoering van de cyclus Basisrotatie deactiveren.
Stel het referentiepunt en de basisrotatie na een optimalisatie opnieuw in.
Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE MILL
uitvoeren.
Let er vóór de cyclusstart op dat M128 of FUNCTION TCPM is uitgeschakeld.
Cyclus 453, zoals ook 451 en 452 wordt met een actieve 3D-ROT in automatisch
bedrijf gelaten die met de positie van de rotatie-assen overeenkomt.
Vóór de cyclusdefinitie moet het referentiepunt in het midden van de kali-
breerkogel zijn ingesteld en geactiveerd, of u definieert de invoerparameter Q431
op 1 of 3.
De besturing gebruikt als positioneeraanzet voor verplaatsing naar de tasthoogte
in de tastsysteemas de kleinste waarde uit cyclusparameter Q253 en de FMAX-
waarde uit de tastsysteemtabel. De besturing voert rotatie-asbewegingen in
principe uit met positioneeraanzet Q253. De tasterbewaking is daarbij uitge-
schakeld.
Inch-programmering: de besturing geeft meetresultaten en protocolgegevens in
principe in mm weer.
Wanneer u "Referentiepunt instellen vóór het opmeten" hebt geactiveerd (Q431
= 1/3), positioneer dan het tastsysteem vóór de cyclusstart met de veilig-
heidsafstand (Q320 + SET_UP) ongeveer midden boven de kalibreerkogel.
Indien uw machine is uitgevoerd met een gestuurde spil, moet de
hoeknageleiding in de tastsysteemtabel (kolom TRACK) worden
geactiveerd. Dit leidt in het algemeen tot een grotere nauwkeurigheid
bij het meten met een 3D-tastsysteem.
Aanwijzingen in combinatie met machineparameters
Met machineparameter mStrobeRotAxPos (nr. 204803) definieert de machine-
fabrikant de maximaal toegestane wijziging van een transformatie. Wanneer de
waarde ongelijk aan -1 (M-functie positioneert rotatie-as) is, start dan alleen een
meting wanneer alle rotatie-assen op 0° staan.
Met machineparameter maxDevCalBall (nr. 204802) definieert de machine-
fabrikant de maximale radiusafwijking van de kalibreerkogel vast. De besturing
bepaalt bij elk tastproces eerst de radius van de kalibreerkogel. Als de vast-
gestelde kogelradius meer van de ingevoerde kogelradius afwijkt dan in de
machineparameter maxDevCalBall (nr. 204802) is vastgelegd, komt de besturing
met een foutmelding en wordt de meting beëindigd.
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022
AANWIJZING
29
1773