Programmeerbare tastcycli | Tastcycli Referentiepunten automatisch vastleggen
Helpscherm
Voorbeeld
11 TCH PROBE 417 NULPUNT IN TS-AS ~
Q263=+25
Q264=+25
Q294=+25
Q320=+0
Q260=+50
Q305=+0
Q333=+0
Q303=+1
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022
Parameter
Q303 Meetwaarde overdracht (0,1)?
Vastleggen of het vastgelegde referentiepunt in de nulpuntta-
bel of in de referentiepunttabel moet worden opgeslagen:
-1: niet gebruiken! Wordt door de besturing ingevoerd
wanneer oude NC-programma's worden ingelezen (zie
"Gemeenschappelijke kenmerken van alle tastcycli 4xx voor
het vastleggen van een referentiepunt", Pagina 1580)
0: vastgesteld referentiepunt in de actieve nulpunttabel
opslaan. Referentiesysteem is het actieve werkstukcoördina-
tensysteem
1 = vastgesteld referentiepunt in de referentiepunttabel
opslaan.
Invoer: –1, 0, +1
;1E PUNT 1E AS ~
;1E PUNT IN 2E AS ~
;1E MEETPUNT 3E AS ~
;VEILIGHEIDSAFSTAND ~
;VEILIGE HOOGTE ~
;NUMMER IN TABEL ~
;NULPUNT ~
;MEETWAARDE OVERDR.
29
1625