29
Cyclusverloop
Wanneer de actuele positie buiten de tolerantie ligt, is het gedrag van de besturing
als volgt:
Q309=0: De besturing onderbreekt niet.
Q309=1: De besturing onderbreekt het programma met een melding bij afkeur en
nabewerken.
Q309=2: De besturing onderbreekt het programma met een melding bij afkeur.
Wanneer Q309 = 1 of 2 is, gaat u als volgt te werk:
Voorbeeld
QS1116 = diameter 1 met opgave van een tolerantie
QS1117 = diameter 2 met opgave van een tolerantie
11 TCH PROBE 1411TASTEN TWEE CIRKELS ~
Q1100=+30
Q1101=+50
Q1102=-5
QS1116="+8-2-1"
Q1103=+75
Q1104=+50
QS1105=-5
QS1117="+8-2-1"
Q1115=+0
Q423=+4
Q325=+0
Q1119=+360
Q320=+2
Q260=+100
Q1125=+2
Q309=2
Q1126=+0
Q1120=+0
Q1121=+0
1512
Programmeerbare tastcycli | Tastcycli scheve ligging van werkstuk automatisch bepalen
Er wordt een venster geopend. De besturing geeft alle
nominale en werkelijke maten van het object weer.
NC-programma met knop AFBREKEN onderbreken
of
NC-programma met NC start voortzetten
Houd er rekening mee dat de tastcycli de afwijkingen ten opzichte van
het midden van de tolerantie in Q98x en Q99x retourneren. De waarden
komen overeen met dezelfde correctiegrootheden, die de cyclus uitvoert
wanneer de invoerparameters Q1120 en Q1121 dienovereenkomstig
zijn ingesteld. Wanneer geen automatische verwerking is geactiveerd,
slaat de besturing de waarden ten opzichte van het tolerantiecentrum
op in de daarvoor bestemde parameter Q en kunt u deze waarden verder
verwerken.
;1.PUNT HOOFDAS ~
;1E PUNT NEVENAS ~
;1.PUNT WZ-AS ~
;DIAMETER 1 ~
;2.PUNT HOOFDAS ~
;2.PUNT NEVENAS ~
;2E PUNT WZ-AS ~
;DIAMETER 2 ~
;GEOMETRIETYPE ~
;AANTAL KEREN TASTEN ~
;STARTHOEK ~
;OPENINGSHOEK ~
;VEILIGHEIDSAFSTAND ~
;VEILIGE HOOGTE ~
;MODUS VEILIGE HOOGTE ~
;FOUTREACTIE ~
;ROTATIE-ASSEN UITL. ~
;OVERNAMEPOSITION ~
;ROTATIE OVERNEMEN
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022