29
29.3.17 cyclus 408 REF.PT. MIDDEN SLEUF
Toepassing
Met tastcyclus 408 wordt het middelpunt van een sleuf bepaald en als
referentiepunt vastgelegd. De besturing kan het middelpunt eventueel ook in een
nulpunt- of referentiepunttabel opslaan.
Cyclusverloop
1 De besturing positioneert het tastsysteem in ijlgang (waarde uit kolom FMAX) en
met positioneerlogica naar het tastpunt
de gegevens in de cyclus en de veiligheidsafstand uit de kolom SET_UP van de
tabel van het tastsysteem
Verdere informatie: "Positioneerlogica", Pagina 1498
2 Vervolgens verplaatst het tastsysteem zich naar de ingevoerde meethoogte en
voert het eerste tastproces met tastaanzet (kolom F) uit.
3 Vervolgens verplaatst het tastsysteem zich asparallel op meethoogte of lineair op
veilige hoogte naar de volgende tastpositie
uit
4 De besturing positioneert het tastsysteem terug naar veilige hoogte
5 Afhankelijk van de cyclusparameters Q303 en Q305 verwerkt de besturing het
vastgestelde referentiepunt, (zie "basisprincipes van de tastcycli 4xx bij het
vastleggen van het referentiepunt", Pagina 1580)
6 Vervolgens slaat de besturing de actuele waarden in de volgende Q-parameters
op.
7 Indien gewenst bepaalt de besturing daarna in een afzonderlijk tastproces nog
het referentiepunt in de tastsysteemas
Q-parameter
nummer
Q166
Q157
1634
Programmeerbare tastcycli | Tastcycli Referentiepunten automatisch vastleggen
1
De besturing berekent de tastpunten uit
2
Betekenis
Actuele waarde gemeten sleufbreedte
Actuele waarde positie middenas
en voert daar het tweede tastproces
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022