29
Cyclusparameters
Helpscherm
Z
Q1102
Y
1538
Programmeerbare tastcycli | Tastcycli scheve ligging van werkstuk automatisch bepalen
X
Q1100
Z
Q1101
Parameter
Q1100 1e nominale positie hoofdas?
Absolute nominale positie waaraan de schuine kant in de
hoofdas begint.
Invoer: –99999,9999...+99999,9999 alternatief optioneel ?,
+, - of @
?: Halfautomatische modus, Pagina 1505
-, +: interpretatie van de tolerantie, Pagina 1511
@: Overdracht van een actuele positie, Pagina 1513
Q1101 1.nominale positie nevenas?
Absolute nominale positie waaraan de schuine kant in de
nevenas begint.
Invoer: –99999,9999...+99999,9999 Als alternatief optione-
le invoer, zie Q1100
Q1102 1.Nominale positie GS-as?
Absolute nominale positie van de eerste tastpositie in de
gereedschapsas
Invoer: -99999.9999...+9999.9999 Als alternatief optionele
invoer, zie Q1100
QS400 Opgave tolerantie?
Tolerantiebereik dat de cyclus bewaakt. De tolerantie defini-
eert de toegestane afwijking van de vlaknormaalvectoren
langs de schuine kant. De besturing bepaalt de afwijking met
behulp van de nominale coördinaat en de werkelijke coördi-
naat van de component.
Voorbeelden:
QS400 ="0.4-0.1": bovenmaat = nominale coördinaat
+0.4, kleinste grensmaat = nominale coördinaat -0.1. Het
tolerantiebereik voor de cyclus is als volgt: "nominale
coördinaat +0,4" tot "nominale coördinaat -0,1".
QS400 =" ": tolerantie wordt niet in acht genomen.
QS400 ="0": tolerantie wordt niet in acht genomen.
QS400 ="0,1+0,1": tolerantie wordt niet in acht
genomen.
Invoer: Max. 255 tekens
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022