Programmeerbare tastcycli | Tastcycli Speciale functies
Protocolfunctie
De besturing maakt na het afwerken een protocol in de .HTML-bestandsindeling.
Het protocol bevat de resultaten van de 3D-afwijking grafisch en in tabelvorm. De
besturing slaat het protocol op in dezelfde map waarin ook het NC-programma ligt.
Het protocol bevat de volgende inhoud voor de hoofd-, neven- en gereedschapsas of
cirkelmiddelpunt en diameter:
Daadwerkelijke tastrichting (als vector in het invoersysteem). De waarde van de
vector komt daarbij overeen met de geconfigureerde tastweg.
Gedefinieerde nominale coördinaat
Bovenste en onderste afwijking alsmede de vastgestelde afwijking langs de
normaalvector
Gemeten actuele coördinaat
Weergave van de waarden in kleur:
Groen: Goed
Oranje: Nabewerken
Rood: Afkeur
Extrusiepunten
Extrusiepunten:
De horizontale as geeft de extrusierichting weer. De blauwe punten zijn de
afzonderlijke meetpunten. Rode lijnen geven de onder- en bovengrens van de maten
aan. Wanneer een waarde een opgegeven tolerantie overschrijdt, geeft de besturing
het gebied in de grafische weergave rood weer.
Instructies
Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE MILL
uitvoeren.
Indien Q1145>0 en Q1146=0, voert de besturing het aantal extrusiepunten op
dezelfde plaats uit.
Als u een extrusie met de cyclus 1401 TASTEN CIRKEL of 1411 TASTEN TWEE
CIRKELS uitvoert, moet de extrusierichting Q1140=+3 overeenkomen, anders
komt de besturing met een foutmelding.
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022
29
1719