8
8.1.4
Referentiepunten in de machine
De volgende tabel bevat een overzicht van de referentiepunten in de machine of op
het werkstuk.
Verwante onderwerpen
Referentiepunten op het gereedschap
Verdere informatie: "Referentiepunten op het gereedschap", Pagina 275
Symbool
214
Referentiepunt
Machinenulpunt
Het machinenulpunt is een vastgelegd punt dat de machinefabrikant in de machineconfi-
guratie heeft gedefinieerd.
Het machinenulpunt is de coördinatenoorsprong van het invoercoördinatensysteem I-CS.
Verdere informatie: "Machinecoördinatensysteem M-CS", Pagina 1034
Wanneer in een NC-regel M91 wordt geprogrammeerd, hebben de gedefinieerde waarden
betrekking op het machinenulpunt.
Verdere informatie: "In het machinecoördinatensysteem M-CS verplaatsen met M91",
Pagina 1352
M92-nulpunt M92-ZP (zero point)
Het M92-nulpunt is een vastgelegd punt dat de machinefabrikant gerelateerd aan het
machinenulpunt in de machineconfiguratie heeft gedefinieerd.
Het M92-nulpunt is de coördinatenoorsprong van het M92-coördinatensysteem. Wanneer
in een NC-regel M92 geprogrammeerd wordt, zijn de gedefinieerde waarden gerelateerd
aan het M92-nulpunt.
Verdere informatie: "In het M92-coördinatensysteem verplaatsen met M92",
Pagina 1353
Gereedschapswisselpositie
De gereedschapswisselpositie is een vastgelegd punt dat de machinefabrikant met
betrekking tot het machinenulpunt in de gereedschapswissel-macro heeft gedefinieerd.
Referentiepunt
Het referentiepunt is een vastgelegd punt voor de initialisatie van lengtemeetsystemen.
Verdere informatie: "Lengte- en hoekmeetsystemen en referentiemarkeringen",
Pagina 213
Wanneer de machine incrementele lengte- en hoekmeetsystemen bevat, moeten de
assen na het starten het referentiepunt benaderen.
Verdere informatie: "Referentiepunt van de assen vastleggen", Pagina 201
Referentiepunt van het werkstuk
Met het referentiepunt van het werkstuk definieert u de oorsprong van de coördinaat van
het werkstukcoördinatensysteem W-CS.
Verdere informatie: "Werkstukcoördinatensysteem W-CS", Pagina 1038
Het referentiepunt van het werkstuk is in de actieve regel van de referentiepunttabel
gedefinieerd. U bepaalt het referentiepunt van het werkstuk bijvoorbeeld met behulp van
een 3D-tastsysteem.
Verdere informatie: "Referentiepuntbeheer", Pagina 1047
Wanneer er geen transformaties zijn gedefinieerd, zijn de ingevoerde gegevens in het
NC-programma gerelateerd aan het referentiepunt van het werkstuk.
NC- en programmeerbasisprincipes | NC-basisprincipes
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022