Nieuwe functies gerelateerd aan de voorgaande
versies 340 420-xx/340 421-xx
n
Beheren van referentiepunten via de Preset-tabel (zie
„Referentiepuntbeheer met de preset-tabel" op bladzijde 54)
n
Nieuwe freescyclus KAMER (zie „KAMER (cyclus G251)" op bladzijde
285)
n
Nieuwe freescyclus RONDKAMER (zie „RONDKAMER (cyclus G252)"
op bladzijde 290)
n
Nieuwe freescyclus SLEUFFREZEN (zie „SLEUFFREZEN (cyclus
G253)" op bladzijde 293)
n
Nieuwe freescyclus RONDE SLEUF (zie „RONDE SLEUF (cyclus
G254)" op bladzijde 297)
n
De functie CYCL CALL POS biedt nu een nieuwe mogelijkheid
bewerkingscycli op te roepen(zie „Cyclusoproep met G79:G01
(CYCL CALL POS)" op bladzijde 227)
n
Cyclus 205 UNIVERSEEL-DIEPBOREN uitgebreid: verdiept startpunt
voor diepboren kan worden ingegeven (zie „UNIVERSEEL-
DIEPBOREN (cyclus G205)" op bladzijde 246)
n
Cyclus Puntenpatroon op cirkel uitgebreid: procedure tussen de
bewerkingsposities naar keuze op een rechte of op de steekcirkel
(zie „PUNTENPATROON OP EEN CIRKEL (cyclus G220)" op
bladzijde 327)
n
Bijzonderheden van de iTNC 530 met Windows 2000 (zie „iTNC
530 met Windows 2000 (optie)" op bladzijde 541)
n
Beheer van afhankelijke bestanden (zie „Instelling afhankelijke
bestanden veranderen" op bladzijde 494)
n
Controleren van netwerkverbindingen met de ping-monitor (zie
„Netwerkaansluiting controleren" op bladzijde 492)
n
Bestand met versienummers maken (zie „Sleutelgetal ingeven" op
bladzijde 481)
n
Cyclus 210 SLEUF PENDELEND is uitgebreid met de parameter aanzet
diepteverplaatsing bij nabewerking (zie „SLEUF (spiebaan) met
pendelend insteken (cyclus G210)" op bladzijde 316)
n
Cyclus 211 RONDE SLEUF is uitgebreid met de parameter aanzet
diepteverplaatsing bij nabewerking (zie „RONDE SLEUF (spiebaan)
met pendelend insteken (cyclus G211)" op bladzijde 319)
HEIDENHAIN iTNC 530
7